Conclusie

HOOFDVRAAG:

Hoe is het ontwikkelingspeil van het opkomende land Vietnam in vergelijking met India, China en Nederland?

 

Om te beginnen is Vietnam een ontwikkelingsland, wat te zien is aan een aantal kenmerken. Maar wel een ontwikkelingsland dat sterk in opkomst is. Als je kijkt naar het BNP zie je dat Vietnam van alle vier de landen het laagste BNP per hoofd van de bevolking ($3.400) heeft. Maar dit is niet veel lager dan in India ($3.700). In China is het BNP iets hoger ($8.500). Dit is in vergelijking tot het BNP in Nederland ($42.700) erg laag. Ook al heeft Vietnam een lager BNP dan India, in India leven meer mensen onder de armoede­grens dan in Vietnam. Een sterk punt van Vietnam is het onderwijs. Vietnam heeft onderwijs altijd al zeer belangrijk gevonden. Ook al is Vietnam aanzienlijk later begonnen met de economische ontwikkeling dan China, er zijn relatief even veel geschoolde mensen in Vietnam (93,4%) als in China (95,1%). India (62,8%) loopt een beetje achter Vietnam aan. Nederland (99,0%) is een hoog ontwikkeld land. 

In ontwikkelingslanden groeit de bevolking sneller dan in rijke landen. Er zijn weinig middelen om aan geboortebeperking te doen en er zijn kinderen nodig om te werken. In Nederland zie je een terugloop in het geboortecijfer vanaf de leeftijdsgroep 45-49 jaar, in Vietnam vanaf de leeftijdsgroep 20-24 jaar. In India is nog geen echte terugloop maar ook geen toename meer te zien. China is lastig in beeld te brengen, omdat daar de één-kind-politiek sterk van invloed is geweest op het geboortecijfer. Dit heeft er wel voor gezorgd dat er in China een sterke terugloop is in geboortes.

Hoe meer werknemers er werkzaam zijn in de industrie, hoe beter een land ontwikkeld is. Bijna 21% van de werkende bevolking in Vietnam werkt in de industriesector. Deze sector vertegenwoordigt bijna 40% van het bruto binnenlands product. De industriesector ontwikkelt zich traag en is erg afhankelijk van buitenlandse investeringen. De export kreeg in 2001 een enorme impuls door een handelsakkoord met de Verenigde Staten. Ook de ICT-technologie wordt voor de economische ontwikkeling in Vietnam steeds belangrijker. De overheid steekt er dan ook veel geld in.

Het grootste deel van de bevolking van Vietnam leeft van de landbouw. 25% van de oppervlakte van Vietnam wordt gebruikt voor de landbouw. Doordat er in de landbouw nog veel gewerkt wordt met spierkracht, is het energieverbruik van Vietnam laag. Wel neemt dit de laatste jaren toe.

In Vietnam woont 31% van de totale bevolking in steden, in China is dit 50,6%, in India 31,3% en in Nederland 83,2%. Vietnam kent de hoogste urbanisatiegroei tussen 2010-2015 van 3,03%, China 2,85%,  India 2,47% en in Nederland maar 0,74%. Nederland heeft dus een lage urbanisatiegraad en Vietnam relatief hoog. Dit betekent dat er in Vietnam meer mensen naar de steden trekken in de hoop daar werk te kunnen vinden.

Een goede infrastructuur, waaronder wegen, stroomvoorzieningen, en telefoon- en geldverkeer is belangrijk om je als land te kunnen ontwikkelen. In Vietnam zijn ongeveer 65% van de wegen verhard en de auto is in opkomst. Er is een spoorwegennet en met de lange kustlijn heeft Vietnam veel havens. Saigon is een goed ontwikkelde en moderne haven. De infrastructuur in Nederland is veel beter ontwikkeld, waardoor bedrijven in Nederland beter kunnen functioneren dan in Vietnam. Maar de laatste jaren is de infrastructuur in Vietnam zich goed aan het ontwikkelen.

De sociale structuur van een land (hoe de verschillende bevolkingsgroepen met elkaar omgaan) heeft invloed op de ontwikkeling van een land. Zijn er veel verschillende bevolkingsgroepen, dan is het lastiger snel zaken te regelen of te ontwikkelen. Dit vraagt van een regering vaak vele compromissen. In Vietnam behoort bijna 85% van de bevolking tot de etnische Vietnamezen. Door de regering kan dus snel een zeer grote groep van de bevolking aangesproken worden. Ook is het verschil tussen rijk en arm in Vietnam minder groot dat bijvoorbeeld in India. Dit maakt het makkelijker je als land verder te ontwikkelen.

 

Kenmerken van een ontwikkelingsland zijn: laag BNP, armoede, laag ontwikkelingspeil, snelle bevolkingsgroei, hoog percentage werknemers in de industrie, laag energieverbruik, laag percentage stedelingen, slechte infrastructuur en sociale structuur. Met behulp van deze kenmerken en de informatie uit de deelvragen geven wij antwoord op de hoofdvraag:  Hoe is het ontwikkelingspeil van het opkomende land Vietnam in vergelijking met India, China en Nederland?

Vietnam heeft op veel van bovengenoemde kenmerken een voorsprong genomen op India en gaat China achterna. India is een opkomende economie, maar Vietnam ontwikkelt zich sneller. Pluspunten van Vietnam zijn:

  • relatief minder verschil tussen rijk en arm dan India
  • de geletterdheid is vrij hoog (93,4% van de bevolking)
  • de bevolkingsgroei loopt terug van de leeftijdsgroep 20-24 jaar
  • de urbanisatiegraad is hoger dan China en India
  • de infrastructuur wordt goed ontwikkeld
  • de sociale structuur is relatief goed te noemen voor een land in ontwikkeling

Het BNP van Vietnam is per hoofd van de bevolking nu nog lager dan India, maar de verwachting is dat dit gezien de bovenstaande ontwikkelingen snel ingelopen gaat worden. Vietnam is met recht een opkomende economie.